– dit verslag van de tournee van De Vader verscheen oorspronkelijk op Facebook –
Vannacht thuisgekomen na vier generale-dagen en een try-out van de Vader (Florian Zeller) in Delft. Het ging best goed, had ik de indruk. Meer dan driehonderd mensen voor een try-out! Een prettig theater om er te bivakkeren voor zoiets ingewikkelds als een generale periode nu eenmaal is en blijft. Het was er rustig, het toneelpersoneel was rustig, onze technici ook, en bovenal onze regisseur Gijs de Lange. Hij straalde de gehele periode rust uit en vertrouwen. Voor mij die zijn zenuwen nauwelijks de baas is in zo’n periode, is dat heilzaam. Ik logeerde gedurende deze dagen in Delft in een prettig hotel, ook belangrijk, ’s morgens wandelen door het bijzonder mooie stadje en voortdurend maar tekst memorerend, voortdurend, alle lastige tekstovergangen zoveel mogelijk herhalen, sommige wel honderdmaal, net zolang tot ik mijn geheugen kon uitschakelen en me zonder enige inspanning aan de inhoud ervan kan wijden.
De try out werd nog van een extra randje nervositeit voorzien door de aanwezigheid van de cameraploeg van het tv-programma Volle Zalen. Cornald Maas, de interviewer stelde kalm zijn vragen in het besef dat we natuurlijk met die eerste try-out over enkele minuten wel wat anders aan ons hoofd moesten hebben. Enfin, zoals ik al zei, we hadden de indruk dat de voorstelling in opbouw wel de goede kant opging, publiek reageerde op alle plekken waar we dat op de repetities ook een beetje verwachtten, soms met een luide lach, dan weer met een onderdrukte glimlach, soms met een verontwaardigd, afkeurend Oh! En dat is toch wennen: als je te duidelijk beseft dat mensen eerst uitgelachen moeten zijn voor jij weer doorgaat is het voor mijn smaak te veel effecttoneel, maar daar tegenover staat dat als je tijdens de reactie uit de zaal gewoon maar doorpraat, dan verstaat niemand iets van wat je zegt. Voor dat soort ervaringen zijn try-outs van groot belang, Morgen in Veenendaal zullen we dat verder proberen uit te zoeken.
Na afloop bleef het grootste deel van het publiek in het theater achter, het wilde persé ons spelers ontmoeten om over het stuk te kunnen praten, het leek wel een nazit na een geslaagde première, iedereen zag het stuk en het spel wel zitten, men had niet de indruk dat het een try-out was geweest, zo zeker vond men ons optreden. De directeur van de schouwburg was misschien wel het meest uitgesproken in zijn lof. Ik deed maar of het over een ander ging, ik ben niet zo geschikt om op een vanzelfsprekende manier complimenten in ontvangst te nemen. Ik schakelde om en maakte van mezelf een derde persoon die aan de verdere loop van de voorstelling door het land dacht, een gewoonte uit mijn o.a Publiekstheater tijd en stelde de directeur voor om zijn collega’s in het land op de voorstelling te attenderen, dat hij alle mooie woorden die hij tegen mij zei aan die collega’s moest laten weten. Dat zou vast schelen in hun aandacht die we voor de rest van de tournee hard nodig zouden hebben.
Agaath was er, daar maak ik me altijd het meeste benauwd om, vooral zij moet het goed vinden wat ik doe, anders heeft het spelen voor mij niet zoveel zin, ik kreeg dit keer na afloop de indruk dat ze wel tevreden was. Het commentaar zou ik wel in de auto op de terugreis te horen krijgen. In al die jaren bij tientallen soortgelijke gelegenheden heb ik nooit maar dan ook nooit het gevoel gekregen dat ze me spaarde. Dat staat er misschien raar, alsof ze na zo’n zenuwslopende try out me eventjes zou vertellen dat het allemaal maar niets voorstelde, nee, altijd waren en zijn haar opmerkingen gericht op de fase waarin de opbouw van de rol of een regie zich bevindt. Nu ook weer. Over het geheel gezien zei ze dat ze tevreden was, dat ik op weg was om een goeie rol te spelen, maar dat er altijd nog wel puntjes en dingetjes beter konden, volgens haar. Ik sloeg het allemaal in mijn kop op en dacht: morgen in Veenendaal zullen we uitproberen of ik er iets mee kan!