Gisteren Zondagmiddag een matinee van De Vader gespeeld. Matinees hebben iets toverachtigs: ze staan op een andere manier in de tijd dan de avondvoorstellingen, ze leggen beslag op een ander deel van de dag dan in mijn bloed zit, avondvoorstellingen zijn op zich al tijdmachines, maar daar zijn we aan gewend, je doet je horloge af en je stort je in het ongewisse, ok. Maar het overdag spelen, bij het volle licht buiten en de verduistering binnen doet een ander beroep op je leef-ritme. Als je met fel zonlicht de schouwburg bent binnengegaan en na afloop blijkt dan dat de regen met bakken uit de hemel stort is het helemaal onhelder hoelang je je buiten de tijd hebt geplaatst. Mijn rolpersoon wordt tijdens de anderhalf uur die we spelen minstens twee jaar ouder, die jaren moet ik in de kleedkamer achterlaten, en als door een soort sluisgang kruip ik van de ene tijd in de andere. Heel bewust. En altijd opgelucht. Stapje voor stapje, om het dunne werkelijkheidslijntje niet te laten breken, de regen in. Op weg naar mijn nieuwe kleinzoontje! Die op zijn beurt in een tijdwiegje zijn eerste dagen aan elkaar rijgt. En gelukkig nog geen idee heeft van klokken, horloges en toneelmatinees! Overmorgen IJsselstein!