Odeon, Zwolle, gisteren: “Heisenberg”. Het wordt eentonig, het ging beter dan goed. Waarschijnlijk omdat Elsie (de Brauw) en ik nooit (maar dan ook nooit ) tevreden zijn over onszelf, dagen we elkaar voortdurend uit op een manier die ons beiden kennelijk aanspoort haarspeldbochten op te zoeken die ik in iedere geval in andere voorstellingen wel eens heb laten liggen. Dat opzoeken van grenzen bij een tegenspeelster kan alleen maar in uitzonderlijke gevallen, zij is dat meer gewend dan ik, omdat ik natuurlijk uit een andere generatie toneelopvattingen stam. Maar Johan Simons heeft in zijn regie ons zoveel zekerheid geschonken dat we die omwegen en scherpe bochten zonder terughouding durven nemen. Ja, ik schrijf opzettelijk “durven”, ( een woord dat zij (Elsie) belachelijk vindt) maar dat voor mij nog altijd tussen het opvolgen van regie opdrachten en spelvrijheid staat. Ik herinner me nog heel sterk dat ik bij het spelen van “de Ingebeelde Zieke” indertijd bij het Publiekstheater, de regisseur Fritz Marquardt altijd achter in de zaal, waar we ook speelden, zag staan, terwijl hij toen al weer hoog en droog terug was in Oost-Berlijn bij zijn Volksbühne, ok, andere tijden, maar ze hakken er in die ervaringen. Om het over Sjarof maar niet te hebben.
Goed, terug naar gisterenavond. Van ons beiden waren er weer veel familieleden, een broer, nichten, neven en schoonzussen, van wie er enkelen de voorstelling voor de tweede keer zagen en ons omstandig wisten te vertellen hoe de voorstelling hen zoveel meer had geschokt dan de eerste keer, mooi om te horen, altijd weer. Nu was het in de intieme omarmende Odeon-zaal met zijn zuiver afgestelde akoestiek, ook heerlijk spelen, ja dat staat er echt, heerlijk, ik vond het heerlijk om op het toneel te staan, heb ik lang over gedaan om ten volle van het spelen te kunnen genieten, meestal vind ik mezelf maar een zich opdringende aanstellerige poseur, maar nu het laatste restje tekstangst is verdwenen en het handelingenpatroon in me verankerd zit, is het opzoeken van de randen en het overschrijden ervan een geweldig plezier. Vooral als er door het publiek zo wordt gereageerd als gisterenavond, je kon bij veel van onze teksten zelfs horen hoe om de ene opmerking massaal een vrouwen-lach opklonk, en er even later kennelijk iets werd gezegd dat het mannelijke deel van de bezoekers goed uitkwam. Dat samenspel met het publiek was weer een nieuwe ervaring en inspireerde ons duidelijk. Ik ga straks in mijn script terugzoeken waar dat gebeurde en hoe die typisch van elkaar verschillende man-vrouw teksten in elkaar zitten.
PS. Ze hebben het in het Zwolse Odeon goed vooral elkaar: aardige, hardwerkende mensen voor en achter die uiterst hartelijk en gastvrij met ons omgingen, goeie samenwerkingssfeer met onze mannen van de techniek. We doen onze Heisenberg voorstelling echt met ons vijven, waarvan er twee op het toneel spelen en de andere drie dat iedere avond weer mogelijk maken, en hoe. Zo betrokken, meedenkend en mee kijkend als je het zelden meemaakt. Dat moet ook maar eens gezegd worden.