Door: Hein Janssen
‘De Schouwburght is al meer dan een jaar gesloten en niemand weet hoelang dat nog gaat duren. De toneelkunst leek niet eens zo lang geleden een onlosmakelijk deel van het openbare leven te worden. Dat is dus schijn gebleken, men kan best zonder’.
Als het woord schouwburg niet zo ouderwets was geschreven, zou je zweren dat hier de theatermaker Hans Croiset aan het woord is. Al jaren windt hij zich op over de naar zijn mening tanende belangstelling voor het toneel in Nederland en hij doet er alles aan om die kunstvorm weer onder de aandacht te brengen. Maar in dit geval is de schrijver Croiset aan het woord, en wel in zijn nieuwe roman Ik, Vondel. Al lezend vallen schrijver en personage steeds meer samen: Ik, Vondel is een fictieve biografie van Joost van den Vondel, geschreven door zijn pleitbezorger op aarde.
BEJUBELD EN VERGUISD
Croiset heeft als regisseur regelmatig stukken van Vondel onder handen genomen. Ook in de tijd dat Vondel als saai en onspeelbaar werd beschouwd. Dat heeft hem inzicht verschaft is ’s mans manier van denken, de dramaturgie van zijn stukken en zijn filosofische gedachten over kerk en vaderland. Die kennis heeft hij verwerkt in een roman die licht van toon, helder van geest, origineel en zeer lezenswaardig is. Ik, Vondel bevat geen zware bespiegelingen, maar vlot geschreven, korte hoofdstukken waarin Vondels leven voorbij trekt. Bejubeld en verguisd, ongelukkige liefdes, dode kinderen – stof genoeg voor een biografie.
In een mix van wetenswaardigheden over de schrijver Vondel, en Vondel de vader, man en echtgenoot, ontstaat een beeld van het leven en de (culturele) omstandigheden in de Republiek der Nederlanden. De dagelijkse beslommeringen krijgen aandacht in een hoofdstuk over een enorme brand op de Amsterdamse grachten, recht tegenover Vondels huis – alsof we vanuit de coulissen kunnen meekijken. Het gaat ook over het ontstaan van toneelstukken als Jeptha en Lucifer. Op zekere dag komt Christiaan Huygens op bezoek om met Vondel over wetenschap en literatuur te praten. ‘Er voer iets van een ouderwetse verheugenis door mijn aderen, er stond iets te gebeuren wat mijn oude dag van een gouden randje kon voorzien: een gesprek met een echte uitvinder! Een man van de nieuwe tijd. In gesprek met de voorbije tijd.’
Met Ik, Vondel schreef Hans Croiset een boek waarin de voorbije en de nieuwe tijd samenkomen. Hij heeft daarin eindelijk het woord gegeven aan zijn muze en worgengel tegelijk: Vondel – dichter, toneelschrijver, zielsverwant.