Drie April waren we met Heisenberg in Alkmaar in de Vest. Er hadden best wel wat meer Alkmaarders op af mogen komen, zeker als ze van degenen die er wel waren te horen zullen krijgen hoe mooi, zelfs “ingrijpend” men de voorstelling vond. We hadden hoog bezoek, Ariane Schluter was er, zij heeft het stuk vertaald, maar had het tot nu toe niet kunnen zien omdat ze op dezelfde avond als wij première in Arnhem had, en nu pas vrij was. Ik geloof dat ze het wel mooi vond, in ieder geval heel anders dan ze zich had voorgesteld tijdens het bezig zijn met de Engelse tekst. Maar daar inhoudelijk over praten zo snel na afloop van een voorstelling is altijd lastig, dat moeten we maar eens op een later tijdstip doen. Ook Annette Embrechts van de V’krant was er, die ook loftuitingen te kort kwam, had zij dan maar geschreven , dan waren we misschien wat ruimer met publiek bedeeld geweest gedurende de tournee. De zuinige kritiek indertijd die er in haar krant stond had weinig opwekkends, we werden zelfs aangeraden voortaan “wat langer naar een stuk te zoeken dan we we hadden gedaan!” Vanmorgen, (vijf April) stond er in diezelfde krant een interessante column van Heleen Wensink, over voortdurende kritiek op het sterren/ballen stelsel. Goed geschreven, heel betrokken en zelfs een beetje persoonlijk, ik ben het met veel eens wat ze schrijft, maar het valt wel op dat wanneer weer eens iemand van de beschrevenen, in dit geval Tommy Wieringa, kritiek uitoefent op de dames en heren scribenten hun tenen wel erg lang blijken te zijn, de verdedigingslinie die dan wordt opgetrokken is heel wat hoger dan de aangevallenen kunnen betrekken: het is kennelijk geoorloofd de vreselijkste dingen te schrijven over wat “wij” doen of niet doen, maar o, laat je eens merken dat het toch soms wel erg pijn doet wat je nu weer over jezelf in de krant moet lezen dan is de wereld te klein. Die met twee sterren gegarneerde kritiek van iemand in de NRC die ons, Elsie de Brauw Johan Simons en mij ten deel viel heeft zoveel schade aangericht, was zo op de man/vrouw gericht dat je het meer als een vonnis moest zien dan als een beschrijving van wat de criticus mee had gemaakt die avond, ik heb er al maanden last van, het lukt me niet er afstand van te nemen. Heeft een scribent in de voorlichtende functie die hij of zij ook heeft bij zijn beoordeling, de stand van zaken van het toneel er bij te betrekken, weet hij/zij niet dat zo’n in de grond borend verhaal het publiek thuislaat zitten, zie je wel, dat toneel is maar niets, waardoor het de de goegemeente resoluut laat kiezen voor iets ongevaarlijks als een musical of een beetje dwarsliggend cabaret, zou er op zijn zachtst gezegd bij zo’n extreme veroordeling niet een zinnetje bijgevoegd moeten worden in de trant van “maar gaat u vooral zelf kijken, ik ben ook maar een mens?”
Enfin, geachte lezer van deze schrijfsels, het is de enige (niet weg te poetsen) vlek op het grenzeloze plezier dat ik beleef aan het samenspelen met Elsie, ik sta er nog altijd vierkant achter dat we “niet langer naar een ander stuk hebben gezocht”, vooral weer gisterenavond in Tiel, wat een feest! maar daar over misschien morgen als we eerst vanavond in den Haag onze kunsten hebben vertoond. Het is mooi weer, weer een lente in aantocht, de vier en tachtigste al!