Gisterenavond dus Almere. Tja Almere. Voor een Almeriaan moet het lastig zijn om altijd maar te moeten lezen over “slaapstad”, over “geen hart” “bouwchaos” en nog zoveel andere negatieve beschrijvingen. Lijkt mij als buitenstaander rijkelijk overdreven allemaal, die termen, ik heb er nu in de afgelopen tijd een paar keer gespeeld en alleen al de lange tocht bij het binnenrijden langs de villawijken en eindeloze parken en andere groenslingers maakt het dat je verwachtingsvol het centrum bereikt: architectonische hoogstandjes schieten daar de lucht in. Niet die gelijkgeschakelde nauwe straten met dezelfde winkelketens die je overal elders aantreft, waardoor je soms niet meer weet in welke stad je bent, nee hier zijn die zelfde winkels verstrooid over en tussen de ruim bemeten passages en pleinen van fantasievolle proporties. Het gigantische plein voor de schouwburg is indrukwekkend grote-stad-achtig. (alleen de benaming van de schouwburg: “KAF’, hoe bedenk je het, is dan weer een provinciaals misverstand, maar dit terzijde)
Maar nu ter zake, we waren er om Heisenberg te spelen. En dat hebben we gedaan in de werkelijk gi-gan-tische theaterzaal, die best wel wat voller had gemogen om waar te maken dat de stad zo’n zaal verdient. En zeker met o n s, Ja dat lezen jullie goed, o n s, want we (Elsie en ik zei de gek) hebben daar in Almere op ons nieuw gewonnen land onze bijna beste voorstelling laten zien, er speelden zich weer elektrificerende botsingen tussen ons af die mij als altijd onderzoekende toneelspeler godsgelukkig maakten. Met tegenover, naast en boven mij, de zoekende ogen van Georgie. die als vuurpijlen mij over het hele podium stuurden, zoek maakten, die mij uit het dal van de eenzame slager weg probeerden te trekken, ogen die mee-dansten op de songs van Mieke Telkamp en Hildegard Knef. Ja, Mieke en Hildegard, bien étonnées etc. En al bij de eerste woorden voelde je door de individuele reacties van de mensen op de eerste rijen dat de zich ontwikkelende situatie al meteen werd opgepikt en doorgegeven; publiek ontleent vaak steun aan individuele reacties van hun mede toeschouwers, en voelt zich dan gesterkt om de eigen reacties niet langer voor zich te houden, processen die je tijdens het spelen feilloos waarneemt en die evenzovele motortjes zijn om je rol op het hoogste toerental te houden. Het was een geweldige avond, ik kan niet anders zeggen. En eerlijk, dan ben ik weer als een kind zo blij wanneer de mensen tegenover ons bij het buigen hun reserves vrijelijk laten varen en met hun handen boven hun hoofd staan te klappen en wanneer dan in secondendeeltjes je ogen die van een onbekende in de zaal kruisen en je dan een persoonlijke reactie krijgt. Heerlijke avond. Rechtvaardigt alle tijd die je in dromen steekt, die je aan het kaartenhuis dat een toneelavond toch altijd is hebt besteedt. Weg is het. Verdwenen in het hoofd van de toeschouwer. Een briesje tegen de vergetelheid. Had bijna geschreven: tegen de wervelwind van de vergetelheid, maar dat gaat dan weer te ver, hoewel, nu het er toch staat laat ik het maar staan. Vanavond Utrecht! Hoop dat het ons weer lukt om daar weer een Almeriaans niveau te halen.
(Kanttekening: Geen directrice te zien, geen ongelukkige PR medewerkster, die haar excuses had moeten aanbieden omdat er geen affiche van onze voorstelling te zien was, die niet door het stof had moeten gaan om ons te vertellen waarom de gigantische TV schermen in de hall alleen onbekende cabaretgezichten vertoonde (eentje van een voorstelling van vorige week!!!), en niet de uitdagende trailer die Theater Rotterdam van de voorstelling heeft gemaakt en die aan alle schouwburgen is toegezonden. Wij Elsie en ik, en ook onze technische ploeg hebben ons de longen uit ons lijf gewerkt en daar stond eigenlijk alleen een bijzonder vriendelijke en behulpzame artiesten-foyer-baas tegenover. Einde kanttekening.)