Vanavond ga ik (met Elsie) ons stuk Heisenberg in Delft spelen. In De Veste. Dat kan ik me nu nog niet voorstellen, hoe vreemd dat ook lijkt. We hebben onze Heisenberg nu vaak genoeg gespeeld om mezelf daar vrij rustig onder en mee te mogen voelen. Maar dat onzekerheidsgevoel wordt veroorzaakt door die schouwburg in Delft die in mijn verbeeldingswereld nu eenmaal iets aparts heeft gekregen, omdat daar enkele jaren geleden De Vader zijn bouwdagen en generale repetities en de eerste try out beleefde. Dat toen nog zoekende proces naar een rol en een voorstelling was nogal emotionerend, waarbij iedere stap en iedere zin uit het stuk een bundel onzekerheden met zich meedroeg. De ruimte van de zaal waarop wij ons repeteren moesten afstemmen werd een vreemde luchtbubbel waarin je werd opgenomen alsof je aan een ruimtereis was begonnen, de wanden, de lichtinval werden van bedreigende tegenstanders stilaan warme medewerkers. Enfin, waar het allemaal op uitdraaide is inmiddels verleden tijd, maar wel een tijd die zich nu weer opdringt door het vooruitzicht er vanavond een totaal ander mens op te moeten projecteren: een slager die een leven van zelfgekozen eenzaamheid met zich meedraagt. Het gaat vanaf het moment dat ik dit opschrijf zeker nog iets meer dan acht uur duren voordat ik op die planken in Delft ga rondspankeren, maar in mijn gevoel loop ik er nu al. Tot straks.