Gisterenavond Leiden, en gisteren is al weer voorbij, wat we deden cq speelden dus ook, verdwenen in de Leidse lucht, opstijgend naar de afnemende heldere maan. Georgie (Elsie de Brauw) hangt nu in de lucht, niet alleen in de Leidse, maar op dit moment ook ergens in de buurt van het Midden-Oosten, op weg naar Mosul in Irak (ze landt in Erbil in het autonome gebied van de Koerden waar ik enkele jaren geleden ook was voor een filmfestival, onvergetelijk, maar dit terzijde) om daar scènes op te nemen voor de nieuwe Milau Rau-variant van de Oresteia. Zou haar Clytaimnestra facetten van Georgie laten voortleven? Geen idee. Voor mij als ik straks die voorstelling ga bekijken zeer zeker wel, dat weet ik nu al, ik zal altijd in haar spel verdwazing die uitloopt in een zekere berusting blijven zien. Iedere acteur, hoeveel rollen hij of zij ook speelt, speelt uiteindelijk altijd dezelfde rol, hoe er ook getransformeerd wordt, hoeveel verschillende pruiken of costumes er ook aan te pas komen. Het tonéél speelt, de acteur is daar een onderdeeltje van, alleen de hele goeie, beseffen dat, daarom zijn het ook de hele goeie! Klinkt elitair, maar dat moet dan maar, was ook de bedoeling.
Leiden dus, in aanwezigheid van bijna alle broers en zusters van Agaath, plus aanhang, dus vijftien kaarten extra verkocht in een toch al prachtig bezette zaal.
In het belang van deze verhaaltjes zou het best aardig zijn als er eens een avondje de totale mist in zou gaan, maar dat lukt maar niet, het was wéér een heftig Heisenberg avondje, vol improvisaties die allemaal ergens op uitdraaiden, van ons allebei, op varianten in gevoelens die zinvol uit de hand liepen en die het vervolg tot een onbekend gebied maakten. Want dat is, zo ontdek ik, het spannende van improviseren: het heeft onbekende gevolgen, je kunt niet meer terugvallen in de groef van de vorige avond. Als je elkaar in het spelen volledig vertrouwt weet je ook dat er altijd een vangnet aanwezig is waar je op het laatste moment redelijk veilig kunt landen. En waar je geen tijd hebt om te analyseren of het allemaal wel juist was wat je deed. dat gaat pas na afloop, als je van je collega hoort, “wat deed je nou”, dan was het een overbodige afslag, “ja dat was een goeie nou begreep ik dat er veel meer onder zit, waarom die man ineens zo uitvalt,” etc etc.
De Leidse Schouwburg is qua toeschouwers volume misschien wel een van de kleinste grote theaters in Nederland, de zaal lijkt een verlengde huiskamer, met balkons als extra erkers, met een goeie akoestiek, beetje smalle toneelopening, waardoor we mise-en-scenes moesten omdraaien om voor de uiteindes van de balkons zichtbaar te blijven, want ja, daar zaten ook mensen, beslissingen die bliksemsnel moesten worden genomen, beslissingen waarin ik niet de handigste ben: het improviseren is pas sinds kort door mij ontdekt, dus ik ben nog niet op alles voorbereid.
We hebben nu een weekje vrij, althans ik, want Elsie werkt dus in Irak. Dat weekje is prettig en niet prettig, weekje wachten is altijd problematisch omdat het geheugen minstens vier of vijf volledige onderhouds-beurten nodig heeft om in Helmond weer in perfecte staat te zijn.
Ja Helmond, ik zie er al weer naar uit, om samen met Clytaimnestra onze Heisenberg uit de Leidse lucht terug te plukken.