Gisteren Utrecht. Goed vol. Meespelend publiek. Erg enthousiasmerend wanneer alle teksten werkelijk landen bij de diegenen voor wie het allemaal bedoeld is. Over het algemeen gezien lijkt het zo dat in de grote steden de reacties duidelijker waarneembaar zijn dan in de kleinere elders in het land waar veel ingetogener wordt gereageerd. Ingetogener is het goede woord denk ik, want terwijl overal hetzelfde spel wordt waargenomen maakt de betrekkelijke rust van de “provincie” tegenover het gejakker in de grote stad het voor het gedrag van de toeschouwers-menigte kennelijk veel uit.
Ook in Utrecht ging de voorstelling weer goed, tenminste naar onze waarneming en gelukkig na afloop bevestigd door verschillende bezoekers die ons vertelden wat ze allemaal van onze merkwaardige reis hadden meegekregen. Meteen alles vertalend naar hun eigen situatie! De openheid die volstrekt elkaar onbekende mensen vertonen wanneer toneel hen iets te zeggen blijkt te hebben! Therapeutisch interessant, toch?
Gastvrij was het in Utrecht: voor aanvang de directrice die ons welkom kwam heten, wat is dat toch overdonderend prettig, wat blijken we daar toch aan te hangen, aan dat je welkom voelen. Kinderlijk? Ja. Dan maar kinderlijk, mij geeft het het laatste stootje om de grote stap “het-toneel-op” echt te gaan zetten. Voor de komende anderhalf uur. En weer zonder microfoontjes he, zonder microfoontjes! Nog niet een klacht ontvangen over onverstaanbaar, en dat is geen grootspraak want onze geluidstechnicus die in de zaal zit, is altijd de eerst aangesprokene als het om klachten gaat. Herinner me bij de Vader iedere avond de regen van klachten over vermeende onverstaanbaarheid, terwijl we daar toch omhangen waren met geluidsapparatuur! Merkwaardig. Op de een of andere manier word je als speler, ik dus, blijkbaar onbewust voor een half procentje lui, ontbreekt er dat laatste grammetje power, want ik denk ik word toch wel verstaan met die tegen mijn wang geplakte bubbel, kennelijk, want waar komen anders die klachten vandaan.
Terug naar Utrecht: net als in de Rotterdamse Schouwburg gebruiken ze daar de amphitheater-opstelling, Dat is zo prettig spelen, bij wijze van spreken tegen het publiek op, dat als in een schelp tegenover en om je heen zit, waardoor je waar je je oog ook op richt altijd een toeschouwer kan raken. Nu de voorstelling zijn ritme aan het vinden is heb ik geen reserves meer de mensen aan te kunnen kijken. Hoe prettig het ook is dat bij sommige fragmenten van het stuk een geïmproviseerd voetlicht zo heilzaam verblindend werkt dat ik ongehinderd door meekijkende ogen aan de slag kan met de diepste roerselen van de eenzame slager die iedere avond mijn eigen leven moet overnemen. Oei, dat is wel een boude uitspraak over dat “overnemen van je eigen leven”, daar moet ik nog maar eens goed over nadenken, wordt je leven iedere avond overgenomen door de rolfiguur die je moet spelen? Jij bent het toch zelf die daar sturing aan geeft, het zijn toch jouw gedachtes die de teksten van de ander vorm geven? Laten we zeggen: ik leen me zelf tijdelijk uit aan een ander. Zullen we het daar maar even bij laten? Ok, dat was het voor deze keer! Ik kom volgend seizoen graag weer bij jullie in Utrecht terug met de nieuwe stukken die nog op de rol staan. Waar over misschien later meer! Tot ziens!