De vierentwintigjarige Amsterdamse toneelspeler Moritz Ackerman reist in 1935 voor enkele dagen naar Berlijn om in de beroemde Ufa Film Studio’s zijn rol in een Nederlandse speelfilm na te synchroniseren. Hij is net getrouwd en heeft kort voor zijn vertrek een zoontje gekregen. Omdat het nog altijd crisis is in Nederland laat hij zijn jonge gezin alleen met het vooruitzicht veel geld te kunnen verdienen. De aanschaf van een solide Duitse kinderwagen moet zijn vrouw verzoenen met zijn afwezigheid.
Berlijn overdondert hem. Het vlagvertoon en het optreden tegen de Joodse bevolking brengen hem in verwarring, net als de avances van een beroemde Duitse filmactrice met connecties in de hoogste kringen. Hij wordt smoorverliefd op haar en weet zijn verblijf in Berlijn te verlengen door mee te werken aan een Duitse voorstelling van Vondels Lucifer. Hoewel nog weinigen een vermoeden hebben van de naderende catastrofe, is de atmosfeer gespannen en doen zich de eerste dilemma’s voor op politiek en moreel gebied. Niet in de laatste plaats voor Moritz, die door zijn gedrag in de problemen dreigt te komen.
De Duitse rechten van Lucifer onder de Linden zijn reeds verkocht.