Aflevering Twee van het Heisenberg-gebeuren.
Er gebeurde precies wat ik verwachtte: eenmaal op dat levensgrote Rotterdamse podium, waarbij dat van Vlaardingen ineens een minuscuul postzegeltje leek, raakte ik alle verworvenheden, rust, overzicht, een beginnend vleugje inzicht, volkomen kwijt. Ook het oriëntatievermogen stond op het laagste pitje. Tegelijk zag ik Elsie (de Brauw) door haar rol heen vlinderen, precies met die doorvoelde lichtheid die het drama van haar personage zo invoelbaar maakt. Vervolgens werd ik in de loop van de avond bezocht door een lekkende neusverkoudheid die nu terwijl ik dit opschrijf, nog verder is uitgegroeid tot een lopende kraan waarvan het rubbertje is versleten. Enfin, de hele catalogus aan hindernissen op weg naar Vrijdagavond ligt nu als een wakkerhoudend boekwerk aan het voeteneind.
Maar niet getreurd: ik verheug me snotterend op morgen waar alle barrières, zoals altIJd, tenminste dat verwacht ik, weer opgeruimd zullen worden. Allez: even doorzetten.